De malle sneeuwpop
"Dennis wakker worden", roept Rob het broertje
van Dennis. "Wakker worden!" "Wa.. wat is er", zegt Dennis slaperig en wrijft
zijn ogen uit. "Sneeuw, sneeuw", zegt Rob. Dennis springt uit zijn bed, loopt
naar het raam en doet de gordijnen open. "Och het heeft gesneeuwd! Kom Rob dan
gaat we ons snel aankleden. Ik help je wel".
Dat kan Dennis wel, want hij is al zes jaar en Rob nog niet zo goed, want die is
drie. Vlug neemt Dennis Rob bij de hand en ze gaan naar beneden om zich aan te
kleden. Maar ze moeten het wel zachtjes doen, anders worden papa en mama wakker,
want het is nog heel vroeg.
Als ze aangekleed zijn gaan ze naar buiten. Ze
hollen door de verse sneeuw, de sneeuw kraakt onder hun laarzen en ze maken
allemaal sporen. Ze maken sneeuwballen en gooien die hoog in de lucht. Dennis
zegt ineens: "Kom laten we een hele grote sneeuwpop maken". "Ikke hoofdje
maken", zegt Rob. "Oké dan maak ik een hele grote, dikke buik". En ze
beginnen allebei met een sneeuwbal en rollen hem door de sneeuw, hij wordt
groter en groter. Dan zijn de ballen haast nog groter dan Rob. Zelfs samen
kunnen ze de ballen niet meer verder rollen. "Tjonge wat zijn ze groot
geworden", puft Dennis. "Ikke niet meer verder kunnen", zegt Rob.
Dennis kijkt om zich heen. "Ik weet wat, papa zal al wel op zijn, dan kan hij
ons helpen de ballen op elkaar te zetten".
"Ja, naar papa toe", roept Rob.
Dan stappen ze allebei door de sneeuw naar huis.
Ze hebben geluk, papa is al wakker. Dennis rent naar zijn vader. "Papa, kom je
ons helpen?" "Papa komen", zegt Rob. "Ook goedemorgen jongens, rustig wat is er
aan de hand, waarom hebben jullie je jassen aan?" vraagt papa.
Dennis verteld zijn vader wat er is. "We willen een hele grote sneeuwpop maken
en we hebben al grote ballen gemaakt. Nu krijgen we ze niet op elkaar, wil jij
ons daarmee helpen?" En de twee jongens pakken hun vader bij de hand en kijken
hem vragend aan. "Rustig nou ik moet mijn jas en laarzen nog aandoen". Als hun
vader dat gedaan heeft, gaat hij met de jongens naar buiten. Samen helpen ze
elkaar de sneeuwpop te maken. "Eén, twee, hup, één, twee, hup. Ja he he de kop
zit erop. Ziezo", zegt vader, "dat is voor mekaar. Maar hij is nog wel een
beetje kaal". "Ja, dat vind ik ook", zegt Dennis en hij rent naar binnen. "Mama,
mama". "Ja, Dennis goedemorgen wat is er aan de hand?" zegt moeder. "Mam, heb je
nog wat spullen voor mij voor de sneeuwpop". "O, zijn jullie een sneeuwpop aan
het maken, wat leuk! Ja kom maar mee". En samen met zijn moeder zoekt Dennis
spullen bij elkaar die ze voor de sneeuwpop kunnen gebruiken. "Mam, kom je zo
kijken als de sneeuwpop af is?" "Ja, reken maar dat wil ik zien, ik kom er zo
aan".
Dennis gaat alvast naar buiten en legt de spullen
op de grond. Rob pakt de hoe. "Ikke die doen", zegt hij, Papa tilt hem in de
lucht zodat hij er goed bij kan. Dennis maakt het gezicht van knopen voor de
ogen en mond en voor de neus gebruikt hij natuurlijk een wortel. Papa doet de
das om. Mama is ook al naar buitengekomen met een bezem in haar hand. "Deze is
ook nog voor de sneeuwpop. Zo nu is hij helemaal af! Hij is prachtig geworden!"
"Kom mannen, nu maar mee naar huis, jullie hebben vast reuze trek gekregen en
bovendien moet Dennis zo naar school en papa naar zijn werk".
Als ze allemaal klaar zijn, gaan ze naar school.
Mama brengt ze vandaag met de slee, dat vinden ze geweldig! Het is alleen zo
raar dat wanneer ze langs mensen komen die allemaal beginnen te lachen. "Mam,
waarom lachen de mensen allemaal?" "Dat weet ik ook niet hoor". "Ik heb toch
geen rare slee, mama?" "Welnee, jongen tuurlijk niet, misschien is iedereen
vandaag zo blij met de sneeuw". En zijn moeder loopt gewoon door.
"Mam, mam", roept Dennis, "mijn sneeuwpop, kijk dan". "Ach Dennis, doe niet zo
mal. Je kunt je sneeuwpop allang niet meer zien". "Wel mam kijk dan. Hij loopt
ons achterna!" De moeder van Dennis en Rob kijkt snel om. "Wel alle
appelflappen, heb je ooit een wandelende sneeuwpop gezien?" Ze geloven hun ogen
niet en wrijven hun ogen uit. De sneeuwpop begint te lachen. "Ha, ha, ha, heb ik
jullie laten schrikken? Ik ben alleen maar nieuwsgierig en wil weten wat ze op
school doen". "Ja, maar, ja maar", zegt moeder verbaasd. "Dat kan toch niet een
sneeuwpop in de klas. Dan zou je gaan smelten". "Maar waarom dan?" vraagt de
sneeuwpop sip. "Omdat het in de klas veelte warm is. Jullie kunnen alleen
blijven als het buiten koud is", zegt moeder. Ze vind het wel zielig voor de
sneeuwpop. "Ik weet wat, kom maar mee". En zo lopen ze het laatste stukje met
z'n vieren naar school. Als mama Dennis naar de klas heeft gebracht komt ze naar
buiten naar Rob en de sneeuwpop. "Jij", zegt ze tegen de sneeuwpop, "gaat hier
voor het raam staan en dan kan je alles goed zien. Dan komen Rob en ik, jou en
Dennis straks weer ophalen".
Nou dat wil de sneeuwpop wel, want zo kan hij heel goed zien wat zijn vriendje
Dennis allemaal doet op school. En gaat hij straks ook weer fijn mee naar huis.