Winter
Er is een heleboel sneeuw buiten en alle jongens
en meisjes die net uit school komen, gooien met sneeuwballen en maken hele mooie
sneeuwpoppen. Maar er is één meisje die niet buiten is. Ze heet Rita. Rita is
ziek en moet van de dokter nog een lange tijd in bed blijven.
Na een tijdje komt Jan, haar beste vriend bij haar op bezoek. "Hallo Rita, ben
je al weer gauw beter?" vraagt hij. "Nee", zegt Rita droevig "en ik vind het
helemaal niet leuk dat ik niet buiten kan spelen, net nu er eindelijk weer
sneeuw ligt".
Jan krijgt medelijden met haar en hij denkt heel goed na. Ineens krijgt hij een
goed idee. "Dag Rita", zegt hij snel, "ik kom morgen weer bij je langs, ik ben
helemaal vergeten dat ik nog een boodschap voor mijn moeder moet doen". En hij
gaat vlug weg.
Als hij buiten is roept hij naar de spelende kinderen: "Jongens kom eens hier!"
Al snel staat iedereen bij Jan en hij verteld ze zijn plannetje. "Ja, laten we
dat doen!" roepen ze allemaal als Jan klaar is. Heel zachtjes lopen ze naar het
huis van Rita.
"Luister", fluistert Jan "hier in de tuin doen we het, vlak voor het raam". De kinderen beginnen ijverig met het rollen van sneeuwballen, totdat het hele grote sneeuwballen zijn geworden. Ze maken er een hele mooie sneeuwpop van. Als ze klaar zijn gaat Jan bij Rita naar binnen en vraagt aan de moeder van Rita of zij met haar bed voor het raam mag liggen. Rita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam kan schuiven, ze kijkt al stiekem even naar buiten en word helemaal blij van binnen.
"Kom maar lieverd, ga hier maar lekker liggen",
zegt mama. Rita gaat liggen en kijkt naar buiten. "Oh wat mooi", zegt ze dan,
"dat vind ik lief van jullie. Nu heb ik ook een sneeuwpop". En ze klapt in haar
handen zó blij is ze.
Na een tijdje als het al donker begint te worden gaan alle kinderen naar huis.
Rita gaat weer slapen, met een glimlach om haar mond.
De volgende morgen doet haar moeder de gordijnen
open. "Oh kijk nou eens, daar staat een hele grote doos vol met fruit!" Op dat
moment komen Jan de andere kinderen uit de buurt aangelopen. Jan pakt de grote
doos op en neemt hem mee naar binnen. Ze lopen naar Rita. "Dit is voor jou Rita
en als je daar elke dag wat van eet, ben je zo weer beter", zegt Jan. "Je hebt
het van ons allemaal gekregen". "Dank je wel allemaal en reken er maar op dat ik
elke dag wat uit de doos eet, want ik wil weer dolgraag met jullie buitenspelen.
Tot slot zwaait ze haar vriendjes uit die naar school gaan.